Planet Earth
Men and boys at Asei - Collectie stichting Nationaal Museum van Wereldculturen - TM-10010307

Similar

Men and boys at Asei - Collectie stichting Nationaal Museum van Wereldculturen - TM-10010307

description

Summary

Nederlands: In 1903 werd tijdens de Noord Nieuw-Guinea Expeditie onder leiding van Wichmann deze foto gemaakt op Asei (destijds geschreven als Asé), een van de eilanden in het Sentanimeer. Het is niet bekend wie de foto maakte, maar veel van de foto’s werden genomen door expeditielid G.A.J. van der Sande (1863-1910), die als legerarts zowel de fysisch antropoloog als de volkenkundige was van het team. Bijzonder was dat hij zich een maand lang alleen in ditzelfde dorp vestigde. Hierdoor was de kans groter dat ook de vrouwelijke inwoners zich zouden laten opmeten en fotograferen. Deelname aan het dorpsleven zou bovendien zijn etnografische werk meer diepgang geven. Door die aanpak zou je kunnen stellen dat Gijsbert van der Sande een vroege ‘moderne veldwerker’ was (Hardiati 2005: 197). Pas in 1915 zou ‘participerende observatie’ als antropologische onderzoeksmethode standaard worden. De foto vormde mogelijk een aanvullende inspiratiebron voor een gipsen beeld (R-1129) dat nog steeds deel uitmaakt van de collectie van het Tropenmuseum, maar al lang verhuisd is naar het zolderdepot. De belangrijkste inspiratiebron is uiteraard fotonegatief 10008204 (ook in de collectie opgenomen als fotoafdruk met nummer 60010045 - een foto die later met dit gipsen beeld een ander, driedimensionaal, leven in tentoonstellingen van het museum van het Koloniaal Instituut kreeg), maar deze foto is wellicht als aanvullende inspiratiebron gebruikt om de man goed van voorzijde weer te geven. Het betreft het beeld van een man - een man die gelijkenis vertoont met de man links op deze foto - die het haar van een jongen verzorgt. Het haar wordt gesneden met een mesje dat gemaakt is van een bamboebast-schilfer. Deze haardracht was gebruikelijk voor jongens die nog geen toegang hadden tot het mannenhuis. Ze droegen het haar of afgeschoren, of zoals hier te zien is in een kam, die van het midden van het voorhoofd naar het achterhoofd liep (Lorentz 1905: 26-27). Het klinkt mogelijk vreemd, maar sinds kort is bekend dat de uitgebeelde personen ooit namen hadden: Mitje en Batjo. (1) De maker van de beeldengroep, Kees Smout (1876-1961), noemde die in brieven uit 1915 en 1917. In de tentoonstellingen is hen die persoonlijke waarde echter altijd onthouden. Het tekstbord aan de voet van het beeld luidde simpelweg: “Papoea’s”, "Papoea Noord Nieuw-Guinee" of "Papoea zijn kind scherende." Wellicht waren hun namen inmiddels in de vergetelheid geraakt of waren die door Smout verzonnen. Hoe dan ook, het past in het destijds gangbare patroon waarbij individualiteit werd genegeerd: de anonieme poppen in het museum stonden model voor ‘volkstypes’ als ‘de Papua’ en ‘de Dayak’. Binnen volkenkundige musea waren poppen een beproefd en populair middel om personen van andere culturen te representeren. Ook foto’s werden daartoe ingezet, maar die waren niet driedimensionaal en konden (nog) niet ‘levensgroot’ worden opgeblazen. Alleen poppen gaven de ware lengte, breedte en diepte van een menselijk lichaam weer. In 1923 werd ter gelegenheid van het vijfentwintigjarig regeringsjubileum van Koningin Wilhelmina een tentoonstelling georganiseerd in de al gereedgekomen lichthal van het Koloniaal Instituut, dat nog in aanbouw was en in 1926 officieel werd geopend. Op de afdeling Nieuw-Guinea gingen fysische en culturele antropologie, de vakgebieden van Van der Sande, hand in hand. Aan de wand hingen gipsafgietsels van gezichten die door fysisch antropoloog Kleiweg de Zwaan (1875-1971) waren gemaakt van een andere als ‘primitief’ beschouwde bevolkingsgroep op Nias, een eiland dat voor de kust van West-Sumatra lag, ver weg van Nieuw-Guinea. Het beeld van de naakte Papua’s nam een prominente plek in temidden van die gipsafgietsels, gesnelde koppen, wapens en andere objecten die (weinig of juist heel) subtiel benadrukten dat de museumbezoeker hier met een primitieve cultuur die te vergelijken was met die van het Stenen Tijdperk van doen had. Kannibalen en koppensnellers die met ‘primitieve’ middelen verbazingwekkend fraaie objecten wisten te vervaardigen, met dat idee zal menig bezoeker huiswaarts gekeerd zijn (Duuren 2011: 103-104, 163). Rob Jongmans (1) zie het artikel van Willem (Pim) Westerkamp. ‘Does Smout became Smut? The making and use of mannequins in Colonial and Post-Colonial displays in Amsterdam’ in: … De daarin genoemde brieven: KIT Archiefstuk 7506, 10 mei 1915 en 17 juni 1917
Cultuur: Sentani

Onderwerp: amuletkettingen, cultuur, samenleving, dorpsgezicht, haardracht, halskettingen, halssnoeren, kind, man, paalwoningen, varkenshokken, varkensstallen
English: Subject: Man, necklaces, pig houses, stilt houses

date_range

Date

1903
create

Source

Collectie Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
copyright

Copyright info

Foto: Koninklijk Instituut voor de Tropen, Tropenmuseum, afdeling Collectie, Amsterdam, 020-5688294

Explore more

colonial period
colonial period